maandag 23 december 2013

2.3 Een dataset importeren en omzetten in een matrix

Importeren en een matrix maken van het databestand


Vorige stappen nagaan

In de vorige hoofdstukken heeft u kunnen zien hoe u de Working Directory kunt instellen, hoe u het databestand kunt converteren naar een csv-bestand en hoe u de data kunt controleren. Als u deze stappen heeft gedaan bent u klaar om het databestand te importeren naar de R Console.

Databestand importeren in R
Bij het voorbeeld in afbeelding 18 wordt het databestand Projecten.csv geïmporteerd. Dit is gedaan met de code read.csv(‘Projecten.csv’).

Afbeelding 18 Van het nieuw geïmporteerde databestand een matrix maken en een samenvatting geven.
Afbeelding 18 Van het nieuw geïmporteerde databestand een matrix maken en een samenvatting geven.


Een variabele aanmaken voor het databestand in R

Een snellere stap is bij het importeren het databestand Projecten.csv, er gelijk een variabele voor aanmaken. Dit kunt u doen aan de hand van de volgende code Projecten<-read.csv(‘Projecten.csv’). Het bestand heeft de variabele gekregen met de naam Projecten.


Een matrix maken

Om een matrix van de code te maken gebruikt u de code attach(*naam van de variabele*).
Bij het voorbeeld in afbeelding 18 wordt er een matrix gemaakt van de variabele Projecten met de code attach(Projecten). Het is voor het overzicht misschien prettig om R een samenvatting te laten maken van uw databestand. Dit kunt u doen met de code summary(*naam van de variabele*).
In het voorbeeld wordt er een samenvatting gemaakt van het databestand Projecten.csv met de variabele Projecten aan de hand van de code summary(Projecten).

Naar de volgende stap: 2.4 Data bewerken in R

Geen opmerkingen:

Een reactie posten